Training tips

  1. Bouw een relatie op met je hond, maar wees ook de ‘baas’ (diegene die duidelijkheid biedt). In het begin van de training is structuur erg belangrijk. Begeleid je de hond om prettig en succesvol te zijn binnen jullie huishouden en met de familie. Regels en grenzen zijn erg belangrijk en men moet zich hier consequent aan houden. Maar het opbouwen van een band en relatie met je hond is net zo belangrijk! Je hond is precies dat, een hond en geen kind. Behandel je hond als een kind en je hond behandelt jou als een hond. Dat gaat niet werken.
  2. Beloon goed gedrag. Wanneer je hond iets goed doet, laat hem dit dan weten. Als je hem aandacht wilt geven doe dit dan wanneer hij in de juiste gemoedstoestand is. Wanneer hij kalm en ontspannen is, niet wanneer hij druk is en de aandacht opeist. Wanneer je aandacht geeft aan je hond wanneer hij slecht gedrag vertoont versterk je alleen maar dit verkeerde gedrag.
  3. Corrigeer ongewenst gedrag, maar zorg ook dat de hond deze gedragingen steeds minder en minder kan laten zien. Dus corrigeer waar nodig, maar dirigeer ook. Heeft hij een ‘verniel’ fase? Zorg ervoor dat er niets te vernielen valt. Manage het ‘probleem’. Waar komt het gedrag vandaan? En waarom vertoont hij het? Verveelt hij zich en knaagt hij daarom? Zorg dat hij zich niet meer verveelt, dat is jouw verantwoordelijkheid als baas. Of geef hem juist iets waar hij wel op mag kauwen.
  4. Laat je hond precies zien wat jij wel wilt. Wat wordt er wel verwacht van hem? Het is niet eerlijk om te verwachten van je hond dat die dat zomaar weet. Laat het hem zien en maak duidelijk wat er van hem verwacht wordt.
  5. Motiveer je hond om te doen wat jij van hem verwacht. Wanneer je hebt laten zien aan je hond wat je van hem verwacht, motiveer hem op de juiste manier om dit ook te gaan doen. Met voer, speeltjes of stembeloningen. Wat ook maar werkt voor jouw hond om hem te helpen bij het leren, dat gebruik je dan.
  6. Zorg ervoor dat je hond het ook doet. Wanneer je de hond iets hebt aangeleerd en deze begrijpt en kan de oefening 100%, dan, en alleen dan kan een hond dat commando uitvoeren. Het is niet eerlijk om dit commando te vragen wanneer je hond dit nog niet snapt of goed genoeg kent. Aan de andere kant, kent en snapt je hond de oefening? Dan moet hij deze ook uitvoeren. Vraag je zelf wel af, waarom je dit specifieke commando uitgevoerd wilt hebben? Vraag je tijdens de wandeling bijvoorbeeld voor de 35ste keer om een ‘zit’ en je hond voert dit niet uit, want hij moet alweer gaan zitten. Vraag jezelf dan eens af heeft deze oefening zin op dit moment en wat probeer ik hiermee te bereiken?
  7. Train steeds korte periodes met je hond. 10 of 15 minuten per keer is meer dan voldoende. Doe dit dagelijks of een paar keer per dag en je komt een heel eind met je training. Dit kan gewoon in huis, maar ook tijdens de wandeling. Maak het vooral leuk en probeer zo af en toe ook gewoon te spelen met je hond, zonder daar training aan te koppelen.
  8. Train met het eigen voer. De eigen brokken krijgen ze toch al meerdere malen per dag, dus koppel daar eens wat oefeningen aan. Op deze manier kunnen ze hun eigen voer ‘verdienen’ en hoef je ze niet steeds snoepjes te geven tijdens de training. Wanneer je moeilijkere dingen van ze verwacht, met meer afleiding of op andere locaties, zorg er dan voor dat ze wat extra lekkers kunnen verdienen. Zo blijven de snoepjes ook extra lekker voor ze en krijg je uiteindelijk niet te dikke honden.