Onderstaande methode kan worden gebruikt na speciale conditionering van de hond door een gecertificeerde SATS-trainer (bridge-and target).
Wat is S.A.T.S.
SATS bestaat uit verschillende componenten. Alle componenten zijn gericht op een duidelijke communicatie met het dier en het versoepelen van het leerproces. De meest in het oog springende componenten zijn Bridge & Target en Perceptie Modificatie.
Bridge & Target is een manier om dieren duidelijk te maken wat wij van ze willen. Het unieke van deze techniek is het gebruik van de Intermediate Bridge (ook wel steunsignaal genoemd). De Intermediate Bridge is een signaal dat een dier voortdurend feedback geeft over zijn gedrag. Het gebruik hiervan is simpel en blijkt buitengewoon effectief te zijn. Het gebruik van de Intermediate Bridge kan de benodigde trainingstijd om een bepaald gedrag aan te leren sterk verkorten! De Bridges maken het dier duidelijk dat ze op de goede weg zijn en geven daarnaast het exacte moment aan dat ze iets goed gedaan hebben en daarmee een beloning verdiend hebben. Omdat de bridges het dier steeds duidelijk maken dat hij nog op weg is naar succes, en dus naar een beloning, gaat het dier opletten wat hij aan het doen is om zo de trainer te laten bridgen. Het leerproces is extreem snel omdat de steunsignalen het dier helpen om op het juiste spoor te blijven. De bridges hebben 4 belangrijke functies:
- Het geeft het exacte moment aan dat een gewenst gedrag is gevormd.
- Het overbrugt de tijd tussen de vorming van het gedrag en het moment dat dit gedrag wordt beloond.
- Het wordt een “secundaire beloning” die op zichzelf als beloning wordt ervaren.
- Het verhoogt de significantie (de betekenis) van de trainer voor het dier.
Het feit dat de trainer het dier informatie geeft, over wat het aan het doen is, maakt dat het dier de trainer probeert te manipuleren door juist gedrag te vertonen dat er voor zorgt dat de trainer begint te bridgen.
Er worden twee bridges gebruikt in deze techniek. Ten eerste de ‘Terminal Bridge’ (TB, ook wel het ‘succes signaal’ genoemd), dit is een korte, scherp uitgesproken letter of lettergreep die aan geeft dat het dier volgens de trainer zijn taak volbracht heeft. (EXcellent, Good, Ki etc.)
Ten tweede de ‘Intermediate Bridge’ (IB), dit is een serie van zeer snel achter elkaar uitgesproken letters of lettergrepen die voor het dier aangeeft dat datgene wat hij aan het doen is correct is. Hiermee geeft de IB het dier het vertrouwen om door te gaan.
Kayce Covers keuze voor de bridge is de letter X. (uitgesproken als EX). Het is een kort, scherp geluid dat in gewone gesprekken niet of nauwelijks voorkomt. Als we nu bijvoorbeeld het “hier” komen bij een hond wil versnellen dan zouden we de hond “hier” vragen en zodra het dier naar ons keek zouden we beginnen te bridgen. Dit betekent: zo snel mogelijk een stroom van x x x x x x x x uitspreken en als de hond ons zou bereiken dan zouden we afsluiten met één met nadruk uitgesproken X, gevolgd door een beloning. (prijzen met de stem en/of een brokje of speeltje). Het kan er bij de snelheid van het “hier komen” op aan komen hoe je de Intermediate Bridge gebruikt. Als je langzaam en saai bent dan zal de hond zich ook zo gedragen, als je de bridge versnelt en wat opwinding in je toon legt dan zal de hond veel sneller komen. Je ondersteunt dus hiermee het gedrag om hier te komen, en stimuleert dit gedrag doordat je het dier al vertelt d.m.v. de Bridges dat het dier op weg is naar succes (de beloning).
De Targets
Naast de bridges wordt er gebruik gemaakt van targets. Een target heeft 4 belangrijke functies:
- Het geeft de exacte plaats aan voor een bepaald gedrag.
- Het focust de aandacht van het dier.
- Het is de basis van een bepaald gedrag en kan worden gekoppeld aan andere targets.
- Het bevordert een coöperatieve houding van het dier ten opzichte van de trainer.
Er zijn drie basis targets.
- De belangrijkste is de “two finger target”, een vuist waaruit de wijs- en middelvinger gestrekt uitsteken.
- Daarna komt de targetstick. Die de trainer aan één kant vast houdt terwijl het dier zich op het andere uiteinde concentreert.
- Als laatste is er nog het afstandtarget, ook wel station genoemd. Deze kan van elk duurzaam materiaal gemaakt zijn en kan worden neergelegd of opgehangen. In het begin heeft een station bij voorkeur het formaat van een ontbijtbord of groter.
De targets worden gebruikt om er de aandacht van het dier op te richten. Dit haalt veel giswerk voor het dier uit de training waardoor zijn kans om succesvol te zijn toeneemt. Het gebruik van targets zorgt er ook voor dat een trainer niet voortdurend met voer het dier in positie hoeft te lokken.
Het werken met een targetstick of station maakt het mogelijk om op afstand van het dier te trainen, hetgeen belangrijk kan zijn bij bepaalde oefeningen én bij het werken met bepaalde diersoorten of problemen. Bij het aanleren van de target is het belangrijk dat het dier niet alleen leert om contact te maken met elke target die je gebruikt, maar ook om dit contact in stand te houden zolang de trainer dit wil. Dit wordt bereikt met behulp van de bridges.
Conditioned Relaxation
Conditioned relaxation is ‘ontspannen op commando’. Veel dieren worden in hun dagelijkse leven geconfronteerd met diverse prikkels, waarbij adrenaline vrijkomt. Dit kan gaan om angst, frustratie, agressie etc.
Die staat van opwinding, of geprikkeld zijn, staat bij veel dieren een goed leerproces in de weg. Bovendien kan die opwinding in welke vorm dan ook, nogal wat problemen veroorzaken voor baas én dier.
Conditioned Relaxation leert het dier zijn lichaam (en geest) weer te onstpannen. Het is een instrument om het dier weer greep te laten krijgen op zijn eigen gedrag. Door het op commando te zetten en het dier te ondersteunen via de SATS-methode, wordt het voor het dier makkelijker om zichzelf in een ontspannen toestand te brengen. Ook in situaties die anders wél spanning oproepen. Conditioned Relaxation is het uitgangspunt voor de Perception Modification.
Perception Modification (PM)
Vertaald naar het Nederlands; perceptie modificatie, met andere woorden het veranderen van een (emotionele) beleving. Probleemgedrag wordt vaak geïnitieerd door een heftige emotie zoals angst, agressie of opwinding. Vaak wordt in training gewerkt aan het veranderen van het gedrag, maar het feit dat een dier heeft geleerd zijn emotie niet (meer) te uiten in de vorm van bepaald gedrag, wil niet zeggen dat het onderliggende gevoel ook veranderd is. Perceptie modificatie doet dat wel; het dier leert anders tegen een bepaalde prikkel aan te kijken met behulp van conditioned relaxation. Omdat de emotie verandert, verandert ook het gedrag.